Auteur: admin

Waarom is een stamboom raskat belangrijk?

Waarom is een stamboom raskat belangrijk?

Een stamboom is belangrijk voor een raskat omdat het de afstamming van de kat laat zien en informatie biedt over de genetische achtergrond van de kat.

Dit is vooral belangrijk bij raskatten omdat ze zijn gefokt om specifieke eigenschappen te hebben, zoals bepaalde fysieke kenmerken of persoonlijkheden.

Een stamboom kan informatie geven over welke katten met elkaar zijn gekruist om het ras te ontwikkelen en kan helpen bij het voorspellen van de eigenschappen en gezondheidsrisico’s van toekomstige nakomelingen.

Bovendien kan een stamboom helpen bij het behouden van de kwaliteit van het ras.

Door zorgvuldig te documenteren welke katten worden gebruikt bij de fokkerij, kunnen fokkers het ras gezond houden door inteelt en genetische afwijkingen te voorkomen.

Dit kan bijdragen aan het behoud van het ras op de lange termijn.

Ten slotte kan een stamboom belangrijk zijn voor eigenaren van raskatten omdat het hen kan helpen bij het vinden van informatie over de afkomst van hun kat en bij het nemen van beslissingen over de fokkerij of gezondheidszorg.

De afkomst van een raskat verwijst naar de oorsprong van het ras en de geschiedenis van hoe het ras is ontstaan. Veel raskatten hebben een lange geschiedenis die teruggaat tot ver voor de moderne tijd. Sommige rassen hebben bijvoorbeeld hun oorsprong in bepaalde geografische gebieden, zoals de Siamese kat die afkomstig is uit Thailand, terwijl andere rassen zijn ontwikkeld door selectief fokken van katten met bepaalde kenmerken, zoals de Perzische kat.

De afkomst van een raskat kan ook verwijzen naar de stamboom van de kat en de voorouders die hebben bijgedragen aan het fokken van de huidige generatie katten. Een stamboom kan informatie bevatten over de afkomst van een raskat en kan helpen bij het identificeren van de genetische eigenschappen en mogelijke gezondheidsrisico’s van de kat.

Over het algemeen is de afkomst van een raskat belangrijk voor eigenaren, fokkers en liefhebbers van het ras, omdat het kan helpen bij het begrijpen van de oorsprong en geschiedenis van het ras en bij het maken van beslissingen over de gezondheidszorg, fokkerij en selectie van katten.

 

stamboom maine coon

Hoe je tuin diervriendelijk afschermen

Hoe je tuin diervriendelijk afschermen

Is het omheinen van de tuin katvriendelijk?

Alle systemen werken als een vorm van correctie. Als de kat probeert uit de tuin te ontsnappen, gebeurt er iets wat hij niet prettig vindt, zoals een schokje, je evenwicht verliezen of simpelweg niet door kunnen klimmen, terwijl je dat wel wilt. Dat is op dat moment vervelend voor de kat, dat valt niet te ontkennen. Het is echter ook heel voorspelbaar voor de kat, waardoor het merendeel van de katten het na één of twee pogingen al niet eens meer probeert.

Tegenover die eerste paar kleine correcties, die nodig zijn om de kat te laten realiseren dat hij slechts tot aan de afrastering kan en niet verder, staan een paar belangrijke winstpunten voor de kat:

  • Een tuin of balkon waar hij veilig kan verblijven.
  • Het wegblijven van andere, niet altijd even vriendelijke, buurkatten uit de eigen tuin.

De basis van de afrastering

Als basis heb je voor alle oplossingen een schutting, muur of hek nodig rondom de tuin. Maak deze zo hoog als toegestaan is in de gemeente waar je woont. Vaak is dit maximaal 1.80 meter hoog.

Gaas met beugels

De meest gebruikte en goedkoopste oplossing is het spannen van gaas. Je bevestigt beugels of latten in een hoek van 45 graden bovenaan een schutting of muur en daaroverheen span je vervolgens gaas. Werk altijd met steunbeugels en niet alleen met gaas zonder steunbeugels. Buurkatten kunnen dan in je tuin vallen, doordat het gaas meebuigt als ze erop stappen. Vervolgens kunnen ze je tuin niet meer uit door het gaas op de afrastering. Zorg dus voor stevig gaas en goede steunbeugels om het aan te bevestigen.

Kattennetten

Er zijn netten verkrijgbaar, speciaal voor het katveilig afrasteren van een ruimte. Een net is eenvoudig te spannen en erg handig voor het (inpandig) balkon, maar ook in de tuin kun je met netten werken, zowel horizontaal als verticaal.

Katrolsysteem

Het katrolsysteem is een heel katvriendelijke oplossing. Het wordt gemonteerd op de bestaande schutting of afrastering en bestaat uit houten of kunststof rollen in houders. Deze rollen beginnen te draaien als je kat erop probeert te springen. De kat krijgt geen houvast of verliest zijn evenwicht. Na een aantal pogingen zal het merendeel van de katten het niet eens meer proberen. Ook katten die proberen in je tuin te komen worden afgeschrikt door dit systeem.

Schrikdraad voor kleine huisdieren

Schrikdraad associeer je misschien eerder met een boerderij en landbouwhuisdieren. Er zijn echter ook speciale systemen van schrikdraad voor kleine huisdieren. Deze zijn veilig te gebruiken voor o.a. katten. Als een kat probeert over de afrastering te klimmen krijgt deze een lichte schok. Dat is even heel vervelend voor de kat, maar door de voorspelbaarheid (als je de draad aanraakt krijg je een schok) leren katten heel snel de draad en dus de bovenkant van de afrastering te vermijden. Zeker bij grotere tuinen is dit een goede voorziening om toch de hele afrastering catproof te maken.

 

100% Catproof?

Bijna alle katten hou je met deze systemen tegen, maar de echte Houdini’s onder de katten hou je nergens mee tegen. Vooral katten die al gewend waren de tuin uit te gaan en katten die heel erg gemotiveerd zijn om te ontsnappen, vinden altijd wel een gaatje om zich door te wurmen. Gelukkig zijn dat wel de uitzonderingen. Maar dan is er natuurlijk ook de mogelijkheid om een kattenren te mmaken.

Kattenren

Er zijn verschillende mogelijkheden voor een buitenren, met of zonder doorloop. Daarmee bedoel ik dat het het makkelijkste is als de katten zelfstandig naar de buitenren kan lopen vanuit huis. Zoals wij gedaan hebben. Wij hebben een hondenluikje in de muur gemaakt, vanuit daar een doorloop gemaakt tot achterin de tuin en achterin de tuin de kattenren gemaakt. Zo kunnen ze dag en nacht de kattenren in zonder gevaar van weglopen. 
Je kan een kattenren maken met een doorzichtig dak, gesloten dak of met gaas. Wij hebben gekozen voor een doorzichtig dak, zodat de zon erop kan schijnen, waardoor ze in de zon kunnen liggen. De zon schijnt ook door de zijkant bij ons naar binnen, dus dubbelop zon. Toch hebben wij ook wel schaduwplekken in de kattenren, zodat ze ook lekker in de schaduw kunnen liggen.

 

 

Tabby patronen – hoe herken je een tabby kat?

Tabby patronen – hoe herken je een tabby kat?

A tabby cat is a cat that has agouti hairs. An agouti hair is composed of several bands of colors: a dark one with the base color of the cat, alternately with lighter and more reddish ones. So, a fur composed of agouti hairs has a clearer color than a solid one.
When a cat has a tabby pattern, the dark markings are made of solid hairs of the base color while the fur in between the markings is composed of agouti hairs.
Tabby cats can come in any existing cat colors, such as black, blue, chocolate, lilac, cinnamon, and fawn. For example, in a chocolate tabby, the markings are composed of hairs with a chocolate color, while the agouti hairs have bands of chocolate and light reddish chocolate.
Tabby cats usually look clearer than their equivalent solid color because of the agouti hairs. That’s why in many cat fancies black tabbies are called brown tabbies, but they shouldn’t be confused with the chocolate genetic color. Cats called “brown tabby” are genetically black tabby

Image of an agouti hair By Kersti - CC BY 2.5

Image of an agouti hair By Kersti – CC BY 2.5

Some characteristics of tabby cats are:

  • ‘M’ shaped marking on the forehead

  • Thin pencil lines on the face

  • Dark ‘eyeliner’, and pale fur around it

  • Pigmented lips and paws

  • The nose is pinkish and outlined with darker pigment

  • Torso, leg and tail banding

  • The chin and the belly are often white or a paler color than the rest of the body. 

These are just a handful of shortcuts to identify a tabby cat, but they’re not an exact set of rules: some ticked tabby, for example, don’t have any leg and tail banding.

On the left a cinnamon tabby and on the right a cinnamon solid from @cassia_timo_gustav_orientals

On the left a cinnamon tabby and on the right a cinnamon solid from @cassia_timo_gustav_orientals

Tabby Patterns

There are 4 main types of tabby patterns, which I’m going to describe more in detail in this article. These are mackerel, blotched, ticked, and spotted. These types of patterns correspond to the way agouti hairs are distributed on the cat’s body.

Mackerel tabby

The mackerel pattern is composed of vertical stripes similar to the one of a tiger. The name comes from the mackerel fish, which also has vertical markings. This pattern is the wild-type one, which means it’s typical in wild cats. All the other patterns are natural mutations that occurred in domestic cats. Mackerel is the most common tabby pattern, along with the blotched pattern.

Black mackerel tabby from @foxyyboxes

Blotched or classic tabby

The blotched tabby, also called classic tabby, is characterized by thick curved bands in a swirled pattern. The mark often looks like a bullseye and seen from above it can look like a butterfly pattern.

On the left a black golden blotched tabby from @britishcat_goldenmoonglade and on the right a red blotched tabby and white from @pizza_and_luna

Spotted tabby

The spotted pattern, as its name indicates, is characterized by spots on the cat’s body. The spots can be more or less elongated into broken lines. 

On the left a chocolate spotted tabby and on the right a black silver spotted tabby from @kenzo_jimmy

On the left a chocolate spotted tabby and on the right a black silver spotted tabby from @kenzo_jimmy

Ticked tabby

The last tabby pattern, ticked, is in fact an absence of any pattern: all the hairs are agouti on the body of ticket tabby cats. This means that there are no distinct dark-colored markings on the cat’s body. This can give a salt-and-pepper effect to the coat.
Nevertheless, residual bandings on the legs, tails, and torso might be present in some ticked tabbies. 
This pattern is often called the Abyssinian one, as it’s the pattern found in Abyssinian cats. However, the ticked tabby pattern is not limited to the Abyssinian breed.

On the left a black ticked tabby (with legs banding) and on the a black tortie tabby from @twomanylegs

On the left a black ticked tabby (with legs banding) and on the a black tortie tabby from @twomanylegs

Other patterns

The four main tabby patterns are not the only ones we can find in tabby cats. In addition to those, we can find some other patterns which are often an intermediate between two of the main ones, or patterns which are specific to some cat breeds such as the rosette and marble of the Bengal cat, or the Sokoke marbled pattern.
For example, broken mackerel is an intermediate between a mackerel tabby and a spotted tabby: these cats have broken stripes or long spots, depending on the point of view.
The Bengal breed has two specific tabby patterns: the rosetted, which is a subcategory of the spotted tabby, and marble tabby, a subcategory of the blotched tabby. This breed has an additional tabby pattern because it was hybridized with wild cats: this brought new genes for the new tabby pattern. These patterns were then improved and selected through selective breeding. 
I will describe more in detail all the Bengal-specific tabby patterns in a detailed article on breed-specific cat colors.

A Bengal brown spotted tabby with rosette from @zeus_of_norway

A Bengal brown spotted tabby with rosette from @zeus_of_norway

The genetics behind tabby cats

Note: in this part, I will dive into the genetics behind the tortie color. I advise that you first read the introduction to genetics in this article.

All cats have a tabby pattern!

All cats have a tabby pattern, and yes, this may sound confusing. I know you are going to say “but solid black cats aren’t tabby”. Right, but while they are not agouti (they don’t have any agouti hairs), they still genetically carry a tabby pattern!
In fact, there are different genes at play in tabby cats: one that determines if the cat is agouti or solid, and others that determine the tabby pattern of the cat. This means that all cats have tabby patterns but this tabby pattern is masked if the cat is solid. The tabby pattern can sometimes still be seen on some solid-color cats, especially on kittens, and it’s referred to as “ghost markings”.

A Bengal black smoke with rosette ghost marking from @leap_of_faith_bengals

A Bengal black smoke with rosette ghost marking from @leap_of_faith_bengals

Agouti

First, let’s talk about the agouti gene. There are two possible alleles: the dominant one (“A”) which means the cat is agouti, and the recessive one (“a”) which means a cat is non-agouti or solid. So, as A is dominant, if the cat is A/A or A/a, it will be agouti. If the cat is a/a, it will be solid. This also means that if you breed two solid cats, all their kittens will be solid. However, if you breed two agouti cats, it’s possible to get solid kittens.
As explained in this article on red cats, the orange gene is dominant over the non-agouti genotype. This means that an orange cat carrying a/a will still look tabby and that explains why all red cats always look tabby.

Red solid with a mackerel pattern from @cocodandfrits

Red solid with a mackerel pattern from @cocodandfrits

Tabby pattern

Now let’s look at the genetics behind the different marking patterns. Here it gets a bit more complicated as there are several genes at play, and still some incertitudes.

Ticked

Firstly, the ticked pattern is determined by the dominant allele “Ti A” which corresponds to a ticked pattern and the recessive allele Ti+ for non ticked. If the cat is Ti A/Ti A or Ti A/Ti +, it will show a ticked pattern. If the cat is Ti +/Ti +, it is not ticked tabby.
It has been hypothesized that cats that are homozygous ticked (Ti A/Ti A) don’t have any markings on the legs, while heterozygous ticked (Ti A/Ti +) have some. However, it seems that this is not always true and some polygenes are probably influencing this phenomenon.

Brown ticked tabby (without legs and tail banding) from @patrickcatson

Brown ticked tabby (without legs and tail banding) from @patrickcatson

Mackerel or Blotched

The second gene determines if a cat has a Mackerel or a Blotched pattern. The allele “Ta M” for Mackerel tabby is dominant, and the allele “ta b” for Blotched tabby is recessive. So, if a cat is Ta M/Ta M or Ta M/ta b, it has (or carry) a mackerel tabby pattern. If a cat is ta b/ta b, it has (or carry) a blotched tabby pattern.
However, as said before, to show one of these two patterns, the cats should also be “not ticked”. This means that a cat should be Ti +/Ti + Ta M/- to be mackerel tabby, or Ti +/Ti + ta b/ta b to be blotched tabby.

On the left a blue solid and on the right a blue mackerel tabby from @loki.mojo

On the left a blue solid and on the right a blue mackerel tabby from @loki.mojo

Spotted

Finally, the last theorized gene (it could be that, in reality, it might be one unique gene but the influence of multiple polygenes) is the Spotted gene. Its effect is to modify the mackerel or blotched patterns. The characteristic lines of these patterns are broken into spots in spotted cats. The Spotted gene (“Sp“) is dominant: if a cat is Sp/Sp or Sp/sp the tabby pattern transformed into spots. If a cat is sp/sp, it has a normal mackerel or blotched tabby pattern. This gene is recessive towards the ticked pattern and, therefore, has no effect on a ticked tabby cat.
It has also been theorized that homozygous and heterozygous cats don’t have exactly the same types of spots. A broken mackerel could be a cat heterozygous for the Spotted gene. 

Two lilac spotted tabby from @lunar_lilac_ori

Two lilac spotted tabby from @lunar_lilac_ori

Similarly, the other tabby patterns of the Bengal and Sokoke could be the influence of some “wild” modifiers. There is still much to learn about the genetic behind the different tabby patterns!

Here is everything you need to know about tabbies and their pattern. In the next article I will  talk about the colorpoints cats: stay tuned to know more about cat furs!

bron: https://thelittlecarnivore.com/en/blog/cat-coat-tabby-patterns-genetics

Silver en smoke cats

Silver en smoke cats

One question a cat owner often has is: what is the color of my cat? In this serie of articles about cat coats, we will answer this questions!

Note: Before reading this article, I recommend you read the first article in the series on solid cat colors, as some of the genetic explanations will be useful to understand this article.

Black smoke cat from @nala_whitemainecoon

Black smoke cat from @nala_whitemainecoon

Smoke 

A smoke cat, instead of having fully-colored hairs, only has the tips of its hairs which are colored, while the roots are white. When you part the fur of your cat, if the roots are bright white your cat is very probably smoke. The term smoke applies only to cats that are solid (not tabby). We will see in the next paragraphs what is the effect of the same gene on tabby cats.
The smoke effect is often more visible on longhair cats, mainly because their hairs are longer, so the white part is also more important. Smoke longhair cats often have almost entirely white fur in their mane or on other body parts where the fur is longer.

Roots of a black smoke cat from @an_unexpected_purrney

Roots of a black smoke cat from @an_unexpected_purrney

The face of a smoke cat often looks like if the cat has some white powder on it, which can give a shiny effect. Smoke can also make the overall coat color look paler and colder.
Smoke cats, and especially kittens, often have “phantom markings”, which let appear their underlying tabby pattern. You can find more details on this in the article about tabby cats.
The smoke effect (especially on shorthair cats) is sometimes almost invisible if the fur is not parted.

The same chocolate smoke cat, young and adult from @british.care.bears

Silver

The silver is the equivalent effect of smoke (same gene) but for tabby cats. If you remember the article about tabby cats, tabby cats have agouti hairs and fully colored hairs. An agouti hair is composed of several bands of colors: a dark one with the base color of the cat, alternated with lighter and more reddish ones.
The silver affects these agouti hairs: the bands of lighter and reddish colors are replaced by white. So, the agouti hairs of a silver cat are composed of bands of the base color of the cat and white bands. 
Silver cats will have a very “cold” and “metallic” color, contrary to non-silver tabby. This is because the reddish part of the agouti hairs often has very “warm” colors.
Sometimes silver cats still have some yellowish hints, which are called rufism, and are caused by polygenes. This is mostly seen in domestic cats as purebred are generally selected to eliminate the rufism.

On the left, a solid hair and agouti hair from a non-silver tabby cat. On the right a solid hair and agouti hair from a silver tabby cat.

On the left, a solid hair and agouti hair from a non-silver tabby cat. On the right a solid hair and agouti hair from a silver tabby cat.

Black silver tabby from @siberian_reinhardt

Black silver tabby from @siberian_reinhardt

An effect and not a color

Smoke or silver aren’t coat colors themselves, but they are additional coat effects. This means that they can be combined with other genes: a cat can be any of the base colors, tabby or not, tortie or not, it can have one of the point color patterns, have white or not. So, a cat can be blue smoke point and white or chocolate tortie silver tabby for example.
These effects are not enough to describe the coat of your cat. If you say that a cat is silver, for example, you are missing at least the base color information: is it black silver tabby or cinnamon silver tabby?
In colorpoint cats, both silver and smoke can be difficult to identify: generally, the mask of color on the face will be smaller and have a “blurry” border.

Cinnamon silver tabby point from the chatterie du monde de neige

Cinnamon silver tabby point from the chatterie du monde de neige

Genetics

Smoke and silver are caused by the same gene, the inhibitor gene I. As its name indicates, this gene inhibits the production of pigment in the hair. In particular, it inhibits the pigments at the base of hairs for non-agouti cats, and for agouti cats it inhibits the production of red pigment.
The allele I for inhibitors is dominant to the allele i for non-inhibitor. So, if a cat is i/i, it is neither smoke nor silver. If a cat is I/i or I/I, it will be either silver or smoke.
So, a silver cat which is also agouti will be A/- I/- and a smoke cat will be a/a I/-
It seems that when a cat is homozygous to the inhibitor gene (I/I), the smoke is more visible (high-grade) than a heterozygous smoke (I/i) (low-grade). 
The gene for smoke and silver hasn’t been identified yet: it cannot, therefore, be genetically tested. For this reason, it’s impossible to be 100% sure that a cat is silver or smoke.

Seal (=black) smoke point from @koshcat, you can see the tabby phantom marking on the front

Seal (= black) smoke point from @koshcat, you can see the tabby phantom marking on the front

This article is the last one in the series of basic cat coat colors! Now that you know about the base color, tortie, tabby, point coloration, white spotting, and smoke/silver you can identify almost all cats. Almost, because there are a few coat effects left. In fact, those colors are mainly breed-specific and so are very uncommon to find in house cats. The next series will be about breed-specific cat coats, in which I will explore all the cat coats left!

Black tortie silver tabby from @pizza_and_luna

Black tortie silver tabby from @pizza_and_luna

Gezondheid meten via de kattenbak

Gezondheid meten via de kattenbak

Gezondheid meten via de kattenbak

De urine van een dier kan een dierenarts veel vertellen over de gezondheid van het betreffende dier. Je kunt er niet alleen blaasproblemen mee opsporen, maar ook bloed in de urine, suikerziekte, en nog veel meer.

Katten zijn ook erg goed in het verbergen van ziektes. Daarom is er nu iets moois beschikbaar: de kattenbak health indicator.

Kattenbak health indicator

Strooi simpelweg 1 keer per maand de kattenbak health indicator over een pas schoongemaakte kattenbak. Als je kat er overheen plast, zal de health indicator verkleuren. Zie je gelige kleurtinten? Dan is er niets aan de hand. Maar zie je ‘rare’ kleuren als blauw, groen of rood? Dan is het belangrijk om contact op te nemen met je dierenarts.

Handig en eenvoudig. En voor slechts €4,95 bespaar je jezelf en je kat een hoop ellende. Want door dit maandelijks te doen, houd je een vinger aan de pols en zal je eventuele problemen al in een vroeg stadium ontdekken.

De health indicator kan gewoon tussen de kattenbakkorrels gemengd blijven. Het helpt ook geurtjes op te vangen.

Filmpje over de kattenbak health indicator

Let op:

Deze kattenbakvulling is geen vervanging voor de controles door uw dierenarts en mag NOOIT worden gebruikt als vervanging van diergeneeskundige zorg. Als de kattenbakvulling niet van kleur verandert maar u desondanks toch het vermoeden heeft dat uw kat ziek is, dient u zo snel mogelijk contact met uw dierenarts op te nemen. Alleen uw dierenarts kan een volledige en juiste diagnose stellen. Deze kattenbakvulling kan niet iedere afwijking in de urine ontdekken.

Urine opvangen voor de dierenarts

Als je urine wilt opvangen om het te laten onderzoeken door de dierenarts, dan zijn daar verschillende mogelijkheden voor.

Je kunt de kattenbak goed reinigen, en zonder kattenbakvulling neerzetten. Sommige katten zullen dan gewoon de kattenbak gebruiken, en dan kan je de urine opzuigen met een spuitje en naar de dierenarts brengen. Maar de meeste katten zullen daar moeilijk over doen of een andere plek kiezen voor hun behoefte. En daar zit je uiteraard niet op te wachten.

Er bestaat speciaal zand of speciale korrels die urine niet opnemen, maar juist afstoten. Er zit een pipetje en een potje bij, zodat je de urine makkelijk kan opzuigen en naar de dierenarts kunt brengen. Zoals KatKor of Medicat Zand. Beide soorten zijn te koop in onze webshop.

Breng de urine zo snel mogelijk naar de dierenarts. Hoe verser hoe beter het is voor het onderzoek.

Kattengedrag: hoe kan ik mijn kat beter begrijpen?

Kattengedrag: hoe kan ik mijn kat beter begrijpen?

Alles over kattengedrag

Het is belangrijk, voor thuis maar zeker voor ons op de praktijk, dat we de kat kunnen ‘lezen’.

In dit artikel leest u meer over:

  • normaal kattengedrag (soorteigen gedrag)
  • leefgebied en territorium
  • kattentaal
  • probleemgedrag bij katten

 

 

Zo neemt een kat de wereld waar

Zicht
Katten zien minder kleuren en vormen dan wij. Het oog is ontworpen op jacht in schemering. Het oog van de kat is gevoelig voor blauw en groen, niet voor rood. Wij mensen zien drie kleuren. Een kat ziet kleine details niet scherp, ook niet van heel dichtbij.

Gehoor
De oren van de kat zijn ontworpen om snel te zien waar een prooi is. De oren kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen en zowel hoge als lage frequenties zijn hoorbaar. Katten horen hogere frequenties dan mensen, zodat zij ook knaagdieren kunnen horen.

Tastzin
Naast snorharen heeft een kat ook tastharen op de poten. Tastharen reageren gevoelig op aanrakingen of temperatuurverschillen. De tastharen kunnen bewegen en worden gebruikt bij onderzoeken van een prooi en ter oriëntatie.

Reuk
Waarschijnlijk weet u al dat de kat een betere reukzin heeft dan de mens. De neus wordt gebruikt voor het herkennen van voedsel en seksuele geuren, niet voor het volgen van een geurspoor van een prooi.

Katten kunnen ook op een andere manier geuren waarnemen. Het orgaan van Jacobson neemt feromonen waar door te flehmen – een soort ‘ruiken door de mond’.

Sociaal gedrag bij katten

Sociaal gedrag bij katten bestaat bijvoorbeeld uit:

  • gezamenlijk slapen
  • elkaar verzorgen
  • tegen elkaar aanwrijven
  • vriendelijk begroeten na afwezigheid
  • naast elkaar rennen en spinnen
  • tegen elkaar aanwrijven met omhoog geheven staart
  • samen spelen
  • Neus-neus contact

Op 2 tot 4 jarige leeftijd is de kat sociaal volwassen. Als kitten spelen ze geluidloos. Zo oefenen ze voor ‘echte’ conflicten later. Zorg ervoor dat ze hierbij niet de nagels gebruiken of bijten. Gebeurt dit later wel, dan zijn ze niet goed gesocialiseerd.

Groepsgedrag bij katten
De kat is een solitair dier, en niet zoals een hond een groepsdier. Katten jagen en verdedigen alleen zichzelf. Ze kennen geen gezamenlijk vluchtgedrag. Ze kennen ook geen overgave gedrag en ze zijn territoriaal ingesteld.

Katten kunnen wel in een groep leven, zoals bij zwerfkatten of boerderijkatten. Meestal zijn dit poezengroepen.

Als katten moeten jagen zijn er minder katten per vierkante meter. Als katten gevoerd worden kunnen er meer katten per vierkante meter zijn. Te veel katten bij elkaar kan zorgen voor stress bij uw kat.

Territoriaal gedrag bij katten

Katten zijn territoriaal. Ze hebben een leefgebied en een territorium.

Leefgebied
De meeste dieren hebben een leefgebied. Dit is een gebied waarin ze geregeld lopen, op ontdekkingstocht gaan en jagen. Deze gebieden kunnen overlappen met die van andere huiskatten.

Bij katers is er ook een overlap tussen de leefgebieden. De leefgebieden van de poezenkolonies(zwerfkatten) zijn hier ook in opgenomen. Één kater kan de topkat zijn in een aantal vrouwenkolonies, en tegelijkertijd een ‘perifere’ (ondergeschikte) kater zijn in andere kolonies.

Grootte van het leefgebied is afhankelijk van:

  • de hoeveelheid en verspreiding van het voedsel: gevoerde katten leven op 0,1-0,8 hectare en katten in het wild op 270-420 hectare
  • het geslacht van de kat
  • de poezendichtheid en verspreiding

Binnenkatten hebben individuele maar overlappende leefgebieden. De leefgebieden van de katers zijn wat groter dan die van de poezen.

Territorium
Een territorium is meestal een kleiner gebied, dat wordt verdedigd tegen indringers/ soortgenoten. De territoria van poezen overlappen meestal niet maar kunnen wel gedeeld worden, meestal met nakomelingen en kittens.

Als er voldoende voedsel aanwezig is, blijven de vrouwelijke nakomelingen tot hun dood in dezelfde kattenkolonie.

‘Dienstregeling’
Katten hebben een soort van dienstregeling/uitgaansrooster. Ze maken onderling afspraken over wie, waar en wanneer loopt, ligt of slaapt. Dit gebeurt met meerdere katten in één huis en dit gebeurt ook met buurtkatten. Zo voorkomen ze conflicten.

Is er buiten geschreeuw tussen katten, dan heeft een kat zich niet aan een afspraak gehouden, of heeft deze het zonder te weten overtreden. Ook kan het zijn dat de kat zich bevindt op een territorium van een andere kat. Katten gaan het liefst conflicten uit de weg. Gebeurt dit buiten toch? Dan is er vooraf al heel wat gebeurd.

Jagen bij katten

Katten jagen op verschillende soorten prooien. Uw kat kan zich specialiseren in een bepaald type prooi. De hoeveelheid tijd die een kat per etmaal aan de jacht besteedt verschilt per individu, en hangt bijvoorbeeld af van:

  • sekse
  • hoeveelheid voer dat de kat krijgt
  • sociale status
  • seizoen

De duur van jagen bij katten kan variëren tussen 0 en 11 uur per 24 uur.

Katten zijn over het algemeen tijdens de lente en zomer meer en langer actief op het gebied van jagen. En hoewel katten solitair jagen, komt het ook weleens voor dat katten samen op jacht gaan.

Binnenkatten en beweging van uw kat

Meer en meer katten worden binnen gehouden. Op zich hoeft het geen probleem te zijn. Wel is het belangrijk om te denken aan de kwaliteit van de ruimte.

Verveling
Het grootste probleem van binnenkatten is verveling, waardoor veel gedragsproblemen kunnen ontstaan. Als een kat niet kan jagen of op ontdekkingstocht kan gaan ontstaat er frustratie (van behoeften) en verveling (gebrek aan prikkels en stimulatie). Door verveling kan uw kat bijvoorbeeld:

  • agressief worden
  • gaan slopen
  • afwijkend gedrag laten zien, bijvoorbeeld staartjagen

Speeluren per dag
Katten moeten gemiddeld twee keer per dag een kwartier spelen, zeker jonge katten. U kunt het spelen bijvoorbeeld stimuleren door:

  • toegang geven tot buiten (afgeschermde tuin)
  • genoeg spel/speeltjes
  • uw kat te laten werken voor het eten
  • mentale bezigheden
  • soms het gezelschap van een andere kat
  • klimmen: uw kat vindt het fijn om hoog te kunnen zitten, uitzichtpunten te hebben

Krabpalen
Om te voorkomen dat uw meubels gebruikt worden als krabpaal, is het goed om krabpalen te plaatsen op strategische plekken, zoals waar u kat naar buiten/binnen of beneden/boven gaat, langs paadjes en dichtbij de slaapplaats.

Katten laten samenleven

Heel vaak wonen er meerdere katten in een huis.  Als katten elkaar niet uit de weg kunnen gaan of zich niet terug kunnen trekken neemt sociale stress bij uw katten toe. Door deze stress kan de kat:

  • agressief worden
  • gaan sproeien
  • afwijkend gedrag laten zien, zoals overmatig likken

Stress bij het samenleven van katten vermindert u door:

  • uitbreiding van de ruimte, bijvoorbeeld door nieuwe plekjes in de hoogte te maken
  • meerdere water- en voerbakjes, kattenbakken en slaapplekken aan te bieden
  • voldoende schuilmogelijkheden te geven

Seksueel gedrag

Poezen kiezen niet de kater die haar zal dekken. De poes wordt gedekt door de meest ‘dominante’ kater die op dat moment beschikbaar is. Als deze meest dominante kat niet aanwezig is, zal de ondergeschikte kater die in het radgebied van de poezenkolonie leeft haar dekken. Meestal wordt de poes door meerdere katers gedekt.

Hier zijn een aantal redenen voor:

  • Dekkingen door meerdere katers geeft een nestje met een grote genetische variatie.
  • Er zal spermacompetitie optreden. Het is bij een nestje onduidelijk wie van welke vader afkomstig is, waardoor de kans op agressie door een kater bij de kittens kleiner wordt.
  • De verwantschap tussen de verschillende poezen zal hierdoor worden verkleind

Communicatie van katten begrijpen

Er zijn verschillende typen communicatie bij katten. Deze leren leren kennen kan helpen in het begrijpen van (het gedrag van) uw kat.

  • visueel met lichaamstaal
  • vocaal met geluiden
  • tactiel met aanraken
  • olfactorisch met geuren.

Communicatie bij katten met geur

Geuren verspreiden is voor katten zeer belangrijk. Ze zetten geuren af om:

  • territorium te markeren
  • seksuele status te communiceren
  • om een groepsgeur te creëren

Ze zetten geuren af door:

  • te wrijven
  • te krabben
  • te sproeien met urine
  • met ontlasting.

Urine speelt een rol in het sociale gedrag, zo zetten katten met urine hun territorium af.

Krabben is bedoeld om geur af te zetten. De geur wordt afgezet door geurklieren in de poten. Als er lang gekrabd wordt is dit ook een visueel signaal.

Geurklieren van uw kat
Feromonen worden onder andere afgescheiden door het wrijven van geurklieren tegen bepaalde objecten. Ze beginnen met hun kop en eindigen met de basis van de staart. Het materiaal dat wordt afgescheiden is vettig en ruikt sterk.

De geurklieren bij de kat zitten onder andere:

  • aan de kin
  • de hoeken van de lippen
  • tussen oog en oor
  • de basis van de staart en voetzolen

Bij poezen is de geur afhankelijk van het wel of niet krols zijn. Er is een verschil tussen feromonen en allomonen. Allomonen worden gebruikt in de communicatie met leden van een andere soort.

Feromonen worden waargenomen door orgaan van Jacobson. Dit kan een kat doen door te flehmen (ruiken met de mond). Feromonen geven informatie over onder andere territoriale grenzen, seksuele status en de gemoedstoestand.

Vocale communicatie bij katten, zoals miauwen en spinnen

Geluiden zijn erg belangrijk in de wereld van de kat. Ze kunnen ook goed horen, wat ook van belang is bij de jacht. Ook hoge tonen kunnen ze goed horen.

Spinnen wordt door katten gedaan als:

  • ze behoefte hebben aan menselijk contact
  • als ze hulp nodig hebben
  • als methode om zichzelf gerust te stellen

Dus de spinnende kat op de behandeltafel is veel minder op zijn gemak dan we dachten.

Andere manieren om te communiceren met geluid zijn:

  • miauwen: krolse poes, kat in nood, aandacht (aangeleerd).
  • grommen, blazen, krijsen en spugen bij agressie

Lezen van lichaamstaal bij katten

Visuele communicatie gaat over lichaamstaal: katten kunnen met lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen hun gemoedstoestand laten zien.

Het kunnen lezen van de lichaamstaal van een kat kan helpen om bepaald gedrag te begrijpen.

Herkennen van angst bij katten:

  • vergrote pupillen
  • platte oren en (platte pet bij angst/agressie)
  • verkrampt lichaam
  • snorharen naar achteren
  • blazen
  • tongelen, smakken en bek aflikken (stress)
  • houding laag/in elkaar gedoken
  • vermijdingsdrang
  • vluchten, laag bij de grond
  • eventueel defensieve agressieve gedragingen
  • vergrote pupillen: dit betekent is niet altijd angst! Wanneer katten iets stelen (bijvoorbeeld eten) en wanneer ze spelen ziet u ook vergrote pupillen.

Schuilplek voor angstige katten
Belangrijk bij angstige katten is dat ze een schuilplek en vluchtmogelijkheden hebben. Hebben ze deze niet, wat wij vaak in de praktijk/opname zien, is het enige wat ze nog kunnen doen…agressie inzetten. Kat in het nauw maakt rare sprongen!

Herkennen van agressie
Er zijn verschillende vormen van agressie. Door middel van vragen die een dierenarts stelt en waarnemingen bij uw kat kan bepaald worden om welke vorm het gaat.

  • smalle pupillen
  • oren naar opzij gedraaid (niet laag)
  • fixeren (langdurig ononderbroken aanstaren/oogcontact)
  • zwiepende staart (niet alleen bij agressie)
  • nek naar voren, wanneer kat loopt
  • achterkant kat hoger dan voorkant
  • staart recht naar beneden
  • offensieve gedragingen, geen angst
  • blazen, grommen, janken, krijsen, sissen, spugen, fixeren, uithalen/slaan met poot (versnelde beweging,meestal met nagels), bijten,(of poging tot bijten), vechten.

Alle katten kunnen agressie vertonen, of het nu dreigen of daadwerkelijk aanvallen is. Toch zijn katten over het algemeen conflictvermijdend van aard. Zij zullen ongewenste situaties liever ontlopen dan openlijk agressie inzetten.

Inzetten van agressie om een bepaald doel te bereiken kan de kat controle geven over zijn omgeving. Ondanks dat het gedrag voor de kat functioneel kan zijn, is het belangrijk om te checken of de agressie stress en angst met zich meebrengt (voor de kat zelf maar ook voor de omstanders).

Agressie verergert vaak, dus ook het vertonen van dreiggedrag zoals blazen is een teken dat een kat het stadium van “conflictvermijden”al is gepasseerd.

Als nodig kan de dierenarts kattengedragstherapie adviseren. Hoe eerder de kattentherapie wordt gestart bij problematisch gedrag, hoe groter de kans op succes.

Andere visuele communicatie

  • gedraaide oren: dit doen katten niet alleen bij aggressie. Tijdens het krabben (bijvoorbeeld aan een krabpaal) of tijdens het snuffelen (bijvoorbeeld aan andere kat) zijn de oren ook opzij gedraaid.
  • heksenrug: een van de eerste houdingen die een kitten leert. Dreighouding vaak door schrikken, dreigen met postuur. Dan zijwaarts bewegen naar anderen. Hoge rug en haren overeind.
  • Uitrekken, gapen, knipogen (heavy eye blink): duiden op weinig agressie bij uw kat. Dat is vaak te zien na het eten.
  • lig- en zithoudingen: er is een stress-score test, met score 1 tot en met 7, met verschillende houdingen en signalen. Wanneer katten “relaxed” zijn liggen ze op hun zij of rug (score 1). Zittend door de pootjes heen en voetjes onder het lichaam gevouwen (score 2). Wanneer katten minder relaxed zijn zie je dat de kat nog op de voetjes leunt, voetjes nog ”gewone stand” (score 4). Klimt de kat tegen de muren op dan is er sprake van veel stress (score 7).
  • staart omhoog: ik wil geaaid worden.
  • staart omlaag/schuin naar beneden: misschien wil ik geaaid worden.
  • zwiepende staart van uw kat: opwinding, kan ook bij zien van een vogeltje.

Herkennen van stress bij katten

Stress bij uw kat is een lichamelijk proces en is nodig om goed te functioneren. Kortdurende stress is normaal als er iets spannends, afwijkends of nieuws gebeurt. Stress kan ook positieve stress zijn, wanneer een kat bezig is een muis te vangen bijvoorbeeld.

Stress ontstaat als de situatie onvoorspelbaar en/of oncontroleerbaar is.

Tekenen van stress bij uw kat:

  • bek aflikken
  • pootje heffen
  • siddering door rug
  • uitschudden
  • trillen
  • hijgen
  • gapen

Chronische stress bij uw kat

Een dier dat chronische stress heeft kan ziek worden, gedragsproblemen gaan vertonen of afwijkend gedrag ontwikkelen.

Kleuren van de Maine Coon

Kleuren van de Maine Coon

Alle kleuren van de Maine Coon

Toegestane kleuren voor Maine Coon katten

Eigenlijk zijn bijna alle vachtkleuren toegestaan bij Maine Coons op slechts een paar uitzonderingen na. Hieronder vind je alle toegestane Maine Coon kleuren en vertellen we iets meer over elke kleur.

Zwart

Zwart is één van de twee basiskleuren voor de vacht van katten. De andere basiskleur is rood. Een kat heeft altijd minimaal 1 en maximaal 2 basiskleuren. Enkel poezen kunnen 2 basiskleuren hebben en krijgen dan een schildpadpatroon. Katers kunnen slechts 1 basiskleur hebben. Een zwarte Maine Coon heeft uiteraard de basiskleur zwart, maar kan daarnaast ook een tekening of effect in zijn vacht hebben.

Blauw

Een blauwe Maine Coon heeft zwart als basiskleur, maar bezit het gen voor verdunning. Dit recessieve gen zorgt ervoor dat de kleur minder donker en fel wordt. Een zwarte Maine Coon wordt dan dus een blauwe Maine Coon.

Rood

De tweede basiskleur voor kattenvachten is rood. De rode basis kan zowel effen zijn als een tekening hebben, al zie je ook bij een effen rode Maine Coon vaak iets van een tekening. Ook kunnen er vlekken aanwezig zijn en kan de kleur variëren van lichtrood tot donkerrood.

Crème

Een crèmekleurige Maine Coon heeft ook de rode basiskleur, maar bezit net als de grijze Maine Coon het gen voor verdunning. Hierdoor wordt de rode kleur lichter en minder fel. crèmekleurige Maine Coons kunnen variëren van licht crème tot donker crème

Wit

Een witte Maine Coon heeft als basiskleur altijd rood of zwart, maar bezit daarnaast het dominante gen voor wit. Hierdoor zie je de basiskleur niet terug in de vacht. Er zit namelijk geen pigment in de haren.

Kleurtekeningen en -effecten bij de Maine Coon

Naast de basiskleuren wordt de vacht ook bepaald door tekeningen en patronen. Daarnaast zijn er ook nog het silver- en smoke-effect. Door al deze verschillende tekeningen en effecten kunnen Maine Coons qua kleuren heel divers zijn.

Effen

Een Maine Coon met effen kleur heeft in principe geen patroon in zijn vacht. Toch is het – met name bij een rode Maine Coon – wel mogelijk dat er strepen of vlekken zichtbaar zijn. Een zwarte Maine Coon met effen vacht is echter wel relatief egaal van kleur.

Tabby

Tabby is het tegenovergestelde van effen. Als een Maine Coon het gen voor Tabby heeft, heeft de vacht een patroon. Dit kunnen strepen en lijnen zijn, maar bijvoorbeeld ook stipjes of vlekjes. De meest voorkomende Maine Coon kleur is brown tabby. De Maine Coon heeft dan zwart als basiskleur, maar er zijn ook lichtere, bruine strepen of vlekken te zien.

Witte vlekken

Een effen of tabby Maine Coon kan daarnaast ook witte vlekken hebben. Witte vlekken komen voor in combinatie met alle kleuren en een schildpad poes kan ook witte vlekken hebben. De hoeveelheid wit kan variëren van een klein wit vlekje op de borst tot een vrijwel helemaal witte vacht.

Zilver

Alle tabby Maine Coon kleuren met hebben ook een zilver variant. Dit houdt in dat de aanzet van de haren kleurloos zijn en zich verder naar de haarpunt het meeste pigment bevindt. Als je de vacht uit elkaar blaast, zie je dat de onderste laag lichter, zilverachtig van kleur is.  

Smoke

Als een Maine Coon met effen kleuren een kleurloze haaraanzet heeft, wordt dit niet zilver, maar smoke genoemd. Dit effect wordt veroorzaakt door hetzelfde gen, alleen is er bij een effen Maine Coon dus geen duidelijke tekening zichtbaar, maar wel een smoke effect.

Niet toegestane kleuren voor Maine Coons

Hoewel er heel veel kleuren zijn toegestaan bij Maine Coon katten, zijn er een aantal uitzondering. De kleuren die niet officieel zijn toegestaan zijn lilac, chocolate en point kleuren, zoals je bijvoorbeeld ziet bij de Siamees, Heilige Birmaan en Ragdoll. 

Kleurgenetica bij Maine Coons

Welke kleuren een Maine Coon kitten krijgt, hangt af van de genen die hij meekrijgt van zijn ouders. Beide ouders geven voor elke eigenschap een gen mee en het dominante gen bepaalt vervolgens welke kleur de kitten krijgt. Zo is het gen voor verdunning, waardoor crème en blauw ontstaan recessief en het gen voor rood of zwart juist dominant. Het gen voor tabby is juist weer dominant ten opzichte van het gen voor een effen vacht. Wit is dominant over gekleurd en wit gevlekt is dominant over niet gevlekt. Tot slot is het zilvereffect ook dominant. 

Inleiding

  • Het ‘Easy Mind System (EMS)‘  van FIFé wordt gebruikt om de verschillende kleuren en patronen aan te geven
  • De EMS code is ook terug te vinden op de Stamboom van een Kattenvereniging aangesloten bij de FIFé
  • Alleen de EMS codes die van toepassing zijn op de Maine Coon zijn in de tabel hieronder weergegeven
  • De EMS codes voor de kleur ogen, is niet meegenomen in het overzicht op deze pagina
  • Achter iedere kleur- en patrooncombinatie worden de mogelijke FIFé EMS codes weergegeven
  • De categorie ‘8. Amount of white’ is in de onderstaande paragrafen weergegeven als ‘… & White’

EMS codes van toepassing op de Maine Coon

n – zwart
a – blauw
d – rood
e – crème
f – zwart schildpad
g – blauw schildpad
s – smoke / zilver
w – wit

En dan zijn er nog de volgend patronen die de kleuren kunnen hebben:
01 – van (een patroon waarbij enkel de staart is gekleurd en er op de kop een paar gekleurde vlekken mogen zijn)
02 – harlekijn
03 – bicolour
09 – geen van, harlekijn of bicolour, maar wel met wit (elke hoeveelheid)
11 – shaded
12 – tipped (shell)
21 – tabby (niet gespecificeerd)
22 – gemarmerd
23 – gestreept
24 – gevlekt
25 – ticked

 

 

De 1e dag met een nieuw kitten

De 1e dag met een nieuw kitten

Wanneer de grote dag is aangebroken kan dit zowel voor jou, je gezin als voor je kitten erg spannend zijn. Je kitten kent tot nu toe alleen het verblijf in het nest bij moederpoes en eventuele broertjes en zusjes.

Het is belangrijk om dit goed te beseffen wanneer jij jouw kitten gaat ophalen. In dit artikel geven we je een aantal tips voor de eerste dagen met een kitten in huis. Je leest meer over:

  • De rit naar huis
  • Kennismaking in huis
  • Het bepreken van de ruimte
  • Een eigen plekje creeren
  • De omgeving ontdekken
  • Een kittenproof huis
  • Elkaar leren kennen
  • De dierenarts bezoeken

De rit naar huis

Probeer voor zoveel mogelijk geruststelling te zorgen tijdens de rit naar huis. Maak gebruik van een kattenreismandje waarin je kitten veilig vervoerd kan worden. Reismand voor je kittenZorg ervoor dat dit een comfortabel plekje wordt door er een zacht kleedje en bijvoorbeeld een lapje of knuffeltje met de nestgeur in te leggen als je deze meekrijgt. Je kunt de reismand en het kleedje ook wat inspuiten met een speciale feromonenspray. Verstop wat lekkers in het kattenmandje en geef ook gedurende de rit eens wat lekkere kittensnoepjes als je kitten dit wil hebben. Wanneer je een langere rit moet maken is het handig om de bodem met een oude handdoek of puppy trainingsmatten te bedekken om mogelijke ongelukjes op te vangen.

Welkom thuis

Je kitten zal snel gewend raken aan het reismandje en deze als veilige plek tussen al het nieuws gaan zien. Maak thuis ook gebruik van het reismandje door deze de eerste periode op een rustige veilige plek met het deurtje open te laten staan. Verstop er zo nu en dan wat lekkers in en spray af en toe weer even opnieuw met de feromonenspray. Wanneer je een hond en kat samen in huis hebt, of andere huisdieren die graag kennis komen maken, kun je het mandje bij binnenkomst het beste eerste even hoog neerzetten zodat je kitten rustig aan de geluiden, geuren en nieuwe omgeving kan wennen en de andere dieren eerst voorzichtig kennis kunnen komen maken.
Je kan ook je kitten eerst in een andere ruimte zonder katten en zonder honden neerzetten waar je dan een halve of hele dag bij blijft zodat het kitten eerst kan wennen aan het huis en aan jou. Zet in deze ruimte een kattenbak, krabpaal, speeltjes en brokjes, water en wat natvoer. Na een halve of hele dag kan je je kitten laten kennismaken met de andere katten en/of honden. Dit kan je doen door even een kat in de ruimte te laten en daarna die weer naar beneden te doen of het kitten naar beneden te doen in de woonkamer en daar te laten zodat ze aan elkaar kunnen wennen.

Het kan ook zo zijn dat het kitten meteen onder de bank kruipt en daar de eerste uren niet meer onder vandaan komt. Dat is niet erg en is heel normaal. Push het ook niet en trek het kitten zeker niet onder de bank vandaan. Heb geduld en ga zelf gewoon op de bank zitten. Je kitten heeft dan gewoon wat meer tijd nodig om aan alles te wennen en zal vanzelf onder de bank vandaan komen.

Beperk de ruimte

De ene kitten is de andere niet. Sommige kittens zijn eerst erg onder de indruk van wat er zojuist allemaal is gebeurd en zijn daardoor wat teruggetrokken en rustig. Aan andere kittens merk je weer helemaal niets. Hoe verleidelijk het dan ook kan zijn, laat je kitten niet meteen ronddwalen in de nieuwe omgeving. Feromonen verdamper kittenBeperk de mogelijkheden in het begin tot een veilige ruimte met daarin eigen spulletjes en breid de ruimte gedurende de eerste weken steeds wat verder uit. De feromonenspray is ook nu weer handig. De kalmerende spray stelt je kitten gerust en helpt jouw kitten op natuurlijke wijze om te gaan met alle veranderingen. Er zijn ook handige verdampers voor in het stopcontact te verkrijgen.

Een eigen plekje

Zorg dat je kitten een eigen veilige plek in huis heeft waar eerst rustig aan de nieuwe situatie gewend kan worden. Plaats de kattenbak niet te dicht bij de slaap- en speelplek en zorg dat je kitten altijd goed bij het voer en drinkwater kan. Bied je kitten ook wat leuke kattenspeeltjes en een krabmeubel aan. Niet iedere kitten zal hier gelijk gebruik van maken, maar het wennen aan de nieuwe spulletjes is ook erg belangrijk. Een kartonnen doos waarin je kitten zich kan verschuilen wordt vaak ook erg gewaardeerd. Voor de eerste nacht is het belangrijk dat de ruimte veilig genoeg is om je kitten alleen in achter te laten.

De omgeving ontdekken

Wanneer je jouw kitten de omgeving laat ontdekken merk je snel genoeg met wat voor een karakter je te maken hebt. Geef je kitten de tijd en ruimte om geheel op eigen tempo uit het reismandje te komen en op ontdekking te gaan. Zorg dat je kitten eerst de nieuwe omgeving, de nieuwe gezinsleden en de kattenbak goed leert kennen en geef pas daarna steeds meer ruimte in huis. Soms is hier maar 24 uur voor nodig, maar dit kan afhankelijk van de leeftijd, de leefomgeving en de persoonlijkheid van de kitten ook gerust 2 weken duren.

Maak je huis kittenproof

Krabpaal krabmeubel grootNiet alles in huis zal even kittenbestendig zijn. Met name de ondeugende kittens zullen je hier snel op wijzen. Zorg ervoor dat hangende koorden, snoeren, bedrading, touw, garen, maar ook giftige planten, medicijnen en waardevolle spullen (voorlopig) veilig zijn opgeborgen. De nieuwsgierigheid van kittens is aandoenlijk, maar brengt ze ook eenvoudig snel in de problemen. Pas daarom ook op met smalle gangen of gaten in, achter of onder meubels waar je kitten in kan kruipen en mogelijk niet meer uit kan komen.

Leer elkaar goed kennen

Besteed ook veel tijd en aandacht aan de kennismaking tussen je kitten en jou en je gezin. Wees lief voor je kitten, aai, speel en praat tegen je kitten zodat deze goed aan jou kan wennen. Probeer juist nu de pootjes, voetjes, nagels, staart, oren en het bekje aan te raken. Aanrakingen als deze vinden oudere katten vaak niet zo prettig maar zijn soms wel nodig voor verzorging of medische behandelingen. Door je kitten dit nu al rustig aan te leren heb je daar nog heel lang profijt van.

Bezoekje aan de dierenarts

Een eerste bezoekje aan de dierenarts kun je het beste ook meteen gedurende de eerste dagen doen. Wanneer je kitten al snel gevaccineerd moet worden kan dit gecombineerd worden. De dierenarts zal je kitten wegen en lichamelijk onderzoeken op parasieten, luchtwegaandoeningen of andere medische afwijkingen. Ook zullen de mogelijkheden voor een identificatiechip en sterilisatie of castratie besproken worden. Voor je kitten is dit meteen een goede oefening om alvast te wennen aan de dierenarts, andere mensen en een ritje in de reismand.

Uiterlijk en verzorging

Uiterlijk en verzorging

De Maine Coon

De Maine Coon is in schofthoogte, lengte en gewicht een van de grootste kattenrassen die oorspronkelijk gedomesticeerd waren. Ze worden gekenmerkt door een imposant voorkomen en rustig en stabiel karakter.

Geschiedenis

De Maine Coon komt als fenotype van de huiskat al eeuwen voor in New EnglandMaine en omliggende staten in het noordoosten van de Verenigde Staten.

Er zijn veel verhalen over de oorsprong van dit ras. Een populair broodjeaapverhaal is dat de Maine Coon een kruising zou zijn tussen een lynx en een wasbeer.

Een ander, veel romantischer verhaal gaat over kapitein Samuel Clough uit Maine, de Franse koningin Marie Antoinette en haar katten. Er zijn documenten bewaard gebleven dat de kapitein tijdens de Franse Revolutie meegewerkt zou hebben aan een plan om de koningin naar de Verenigde Staten te helpen ontsnappen. Wat blijkbaar mislukt is, maar er kwamen zes koninklijke langharige katten met het schip mee naar Maine, die door sommigen worden gezien als de voorouders van de Maine Coon.

Maar in werkelijkheid stamt de Maine Coon af van een aantal langharige huiskatten en dieren die het recessieve gen voor langhaar droegen die al vroeg door kolonisten uit Europa naar Noord-Amerika werden meegenomen. Het klimaat met vaak koude winters geeft het langharige fenotype daar een voordeel zodat er relatief veel langharige dieren in de huiskattenpopulatie voorkomen.

Uiterlijk

De Maine Coon is een grote kat met een halflangharige vacht, een stevig skelet en een lange volle staart. Op latere leeftijd kan het ras, vooral in de winter, een imposante kraag rondom de kop en een langere beharing op de achterkant van de achterpoten (“broek”) ontwikkelen. Veel dieren bezitten ook de recessieve eigenschap voor oorpluimpjes, iets dat door liefhebbers gewaardeerd wordt. Dit maakt de Maine Coon tot een imposante verschijning. Maine Coons zijn seksueel actief vanaf een maand of zes maar zijn pas volledig lichamelijk uitgegroeid na 3 jaar. De kat weegt dan gemiddeld tussen de 5 en 9 kilo voor katers en 4 tot 6 kilo voor poezen.

Karakter

Ondanks het imposante voorkomen van de Maine Coon is het een rustige maar energieke kat met een goede sociale houding ten aanzien van mensen en andere huisdieren. Het humeur is over het algemeen vrij evenwichtig en stabiel, speels en tolerant. Het zijn aanhankelijke katten die niet goed als enige kat in een huishouden gehouden kunnen worden. De kat beschouwt zich als onderdeel van het gezin en is altijd dicht betrokken bij wat er gebeurt in huis. Het zijn geen echte schootkatten en de meeste liggen liever naast of in de buurt van de eigenaar. Het stemgeluid is gematigd en ze zijn niet bijzonder vocaal.

Fokstandaard en fokgegevens

Er kunnen tot in de huidige tijd nieuwe katten aan het fokbestand van de Maine Coon worden toegevoegd, met als voorwaarde dat deze kat daadwerkelijk uit Maine komt en aan de rasstandaard voldoet. Uniek voor het ras is een complete documentatie via een online onderhouden stambomendatabase, zodat iedere eigenaar in de afstamming kan terugkeren tot de eerste stam (foundation) dieren in Maine en omstreken. Ook kan hiermee de inteeltcoëfficiënt berekend worden zodat de fok gerichter kan plaatsvinden.

Gezondheid en erfelijke afwijkingen

Onze katten worden getest op hypertrofische cardiomyopathie (HCM), en PKD, FIV en FELV (kattenaids en leukemie)

Ook worden zij bij de dierenarts uitgebreid getest inclusief PL en algemene gezondheid.

 

RASSTANDAARD

Volgens de rasstandaard heeft de Maine Coon een rechthoekige lichaamsvorm. De kop is iets langer dan hij breed is, met een licht hol profiel. De romp is lang en de kat heeft een brede borst. De borstelige staart is minstens zo lang als de romp. De ogen zijn groot en rond. Maine Coons komen voor in veel kleuren (niet Chocolade, Lavendel, Amber, Caramel, Chinchilla, Kaneel) en in alle tekeningen behalve Pointed. Ook is de oogkleur gevarieerd, van groen, groen-oranje tot blauw en ongelijk (een blauw en een oranje oog) in witte en tweekleurige Maine Coons.

De rasstandaard van de Maine Coon staat alle combinaties van vacht- en oogkleur toe. De middellange laag is dicht, waterafstotend en beschermt tegen vocht en sneeuw. Het is iets korter op de rug en nek. De lange borstelige staart beschermt de opgerolde kat tegen wind en kou. De oren zijn aan de binnenkant zwaar behaard en aan de uiteinden zie je de karakteristieke lynx-pluimpjes. De grote, ronde poten werken in de winter als sneeuwschoenen zodat de kat zich makkelijk kan verplaatsen zonder in de sneeuw weg te zakken.

vriendelijk, stressbestendig en dol op mensen

 

Karakter:

Maine Coons zijn jeugdige clowns tot op hoge leeftijd. Deze kat achtervolgt kleine voorwerpen op de grond en houdt van interactieve spellen met mensen. Doorgaans gaat het goed met honden en kinderen en past dit ras goed bij grote en actieve gezinnen. Hoewel ze groot en wild lijken, zijn ze zachtaardig en goedaardig en hebben ze een zachte, nogal piepende stem die niet helemaal past bij het gigantische lichaam. De Maine Coon is erg mensgericht, maar zonder opdringerig te zijn. Sommigen zijn schootkatten, de meesten geven er echter de voorkeur aan om hun mensen overal te vergezellen.

Houden en verzorgen:

Zoals elke kat heeft de Maine Coon een uitgebalanceerd dieet nodig. Op de leeftijd van vijf tot tien jaar moet het dieet worden omgeschakeld naar een caloriearm dieet, maar uiterlijk wanneer de eigenaar de eerste tekenen van overgewicht opmerkt. Maine Coons houden van water, dat altijd voldoende en vers klaar moet staan.

Gevoeligheid voor ziekten:

In de regel is de Maine Coon een sterke, gezonde kat. Toch kunnen er rastypische ziektes en problemen zijn die te wijten zijn aan de kleine genenpoel van het ras. Het meest voorkomende probleem van de Maine Coon is heupdysplasie. Heupdysplasie kan problemen veroorzaken tijdens het lopen of de kat zelfs kan immobiliseren.

Verder kunnen symptomen van cardiomyopathie variëren van milde hartritmestoornissen tot ernstige hartproblemen. Verantwoordelijke fokkers proberen de ziekte te voorkomen door geschikte, gezonde fokdieren te selecteren en genetische zwakheden te vermijden. De aangeboren afwijkingen aan de pootjes, die vaak werden aangetroffen in de beginperiode van het fokken (extra tenen op voor- en/of achterpoten) worden tegenwoordig nog maar zelden gezien.

 

Dol op mensen: de Maine Coon met de lynx-pluimpjes aan zijn oren.

Oorsprong en geschiedenis:

Tegenwoordig vermoeden fokkers dat het ras is ontstaan ​​uit paringen van Amerikaanse korthaar katten en langharige katten die naar Amerika kwamen met Engelse zeevaarders, of zelfs met de Vikingen. In de literatuur wordt de Maine Coon voor het eerst genoemd in 1861 met de beschrijving van een zwart-witte kat genaamd “Captain Jenks of the Horse Marines”. En in 1895 won de bruin-gestreepte Maine Coon Dame ‘Cosie’ de titel Best Cat bij de Madison Square Garden Show. Begin 1900, toen Perzische katten in Amerika in de mode raakten, leverde de Maine Coon in aan populariteit. Pas vanaf 1950 veranderde dat langzaam. In 1968 werd de Maine Coon Breeders en Fanciers Association (MCBFA) opgericht in de VS en sinds 1980 is het ras erkend door alle rasverenigingen en -federaties.

Wist je dit?

De Maine Coon is een van de oudste, natuurlijk voorkomende kattenrassen van Noord-Amerika. Er zijn veel mythen en theorieën over hun ontstaan. De naam van de Maine Coon is geen toeval, omdat de meest voorkomende kleur en het ontwerp van de Maine Coon lijken op die van een wasbeer. Deze vergelijking gaf de kat zijn naam: ‘Wasbeer uit Maine’. Oorspronkelijk werden alleen bruine Tabby’s ‘Maine Coon’ genoemd, alle andere kleuren werden ‘Maine Shags’ genoemd.

De Maine Coon is bestand tegen kou en vocht.

Foto’s: Shutterstock & eigen materiaal