Is de kat een sociaal dier?
Het is moeilijk om te bepalen of de kat van nature een solitair levend dier of een roedeldier is.
Eerder werd gedacht dat zij bedoeld waren om een solitair leven te leiden. Het feit dat hun immuunsysteem geen besmettelijke ziekten aankan, ondersteunt die theorie heel goed.
Meer recente studies suggereren echter dat de kat in het wild eerder in groepen leeft dan alleen. Zij vormen zeker groepen als zij daar een goede reden voor hebben; vrouwelijke poezen kunnen bijvoorbeeld in kleinere groepen leven, waar zij voor elkaars kittens zorgen en ze samen groot brengen.
Ongecastreerde katers hebben meer kans om een groter territorium te hebben en een beetje meer alleen solitair te leven. Andere voorbeelden zijn kolonies, waar voldoende voedsel beschikbaar is.
Binnen een gevestigde groep is de sociale interactie complex en wordt deze beïnvloed door veel factoren zoals leeftijd, geslacht en status binnen de groep of de familie. De hiërarchie binnen de groep is ook niet statisch en hangt ook vaak af van het feit of poezen wel of geen kittens hebben.
Vrij rondlopende katten hebben hun eigen territoria die in grootte variëren. De omvang van het grondgebied is afhankelijk van:
- Toegang tot en distributie van het voedsel onder de poezen.
- Het aantal poezen en hun beschikbaarheid voor de katers.
De territoria van de katers en poezen zijn niet gescheiden maar overlappen elkaar hier en daar. Katten die in het wild leven, markeren de grenzen van hun territorium met urine; dit geldt voor zowel katers als poezen. Het informeert niet alleen de anderen waar het territorium van de kat eindigt maar het dient ook voor andere functies, zoals het aankondigen van de status van het individu en waar het zich bevindt in de reproductiecyclus.
Katten die binnen leven en slechts een klein territorium (ons huis) hebben, verdelen hun territorium in verschillende gebieden, afhankelijk van waar verschillende activiteiten plaatsvinden. De kat verdeelt zijn territorium in verschillende sectoren die vervolgens verder kunnen worden opgesplitst in privé- en activiteitszones.
In de activiteitenzone eet en jaagt de kat en heeft de kat sociale interactie, voortplanting en toiletbezoeken.
In de privézone moet er ruimte zijn voor rust, verzorging en voor zogende kittens. Als de beschikbare ruimte beperkt is, heb je in ieder geval twee verschillende kamers nodig voor het voeren en voor het gebruik van de kattenbak. Je moet er ook voor zorgen dat er voldoende ruimte is voor speel- en jachtspellen.
Een kat kan zich aanpassen aan het leven van een huisdier in de leefomstandigheden die je te bieden hebt. Ook is de kat in staat de ruimte te delen met andere dieren en relaties op te bouwen met andere katten en mensen. Met eenvoudige toegang tot voedsel en veel plekken die de katten kunnen gebruiken voor verschillende activiteiten, zoals ruimtes waar ze zichzelf kunnen terugtrekken om te ontspannen, zouden de katten niet met elkaar hoeven vechten. Zo kunnen meerdere katten in hetzelfde huis zonder problemen samenleven.
Je moet er echter wel rekening mee houden dat het immuunsysteem van de kat niet is gemaakt om in een grote groep te leven. Besmettelijke ziekten en vooral virussen kunnen een voortdurend probleem zijn als er te veel katten samenleven.
foto: Gucci as a baby